
Wanneer je leeft met de ziekte van Huntington, krijg je geen routekaart. Er is geen strak schema met vaste fases waarin precies staat wat er wanneer gaat veranderen. Het verloop is onvoorspelbaar. Soms verandert er in weken niets, soms in een paar uur. Er is geen waarschuwing, geen toestemming. En juist die onzekerheid kan beangstigend zijn, zo beschrijft de Amerikaanse Tanita Allen in een recente blogpost.
Veel mensen met Huntington bevinden zich in de ruimte tussen ‘nu’ en ‘wat als’. Wat als morgen de bewegingen moeilijker gaan? Wat als de angst toeneemt en ademhalen zwaar voelt? Wat als de zorgvuldig opgebouwde zelfstandigheid stukje bij beetje verdwijnt? Deze angst is moeilijk uit te leggen aan iemand die niet heeft ervaren hoe het voelt als je eigen lichaam of hersenen je in de steek laten. Het is vaak geen schreeuwende paniek, maar een constante, stille spanning, aanwezig, zelfs op goede dagen. Het is de angst voor onverwachte verandering. De angst om hulp nodig te hebben, nog voordat je er klaar voor bent om die te vragen.